Hoe waren de reacties op de metamorfose van de winkel?

“Echt top. Afgelopen vrijdag was de officiële opening tussen 18.00 uur en 21.00 uur, de volgende dag ging de winkel open voor consumenten. Dat was op zich wel spannend, maar wij hebben het zo gedegen gedaan dat ik er voor honderd procent van overtuigd ben dat de nieuwe opzet geslaagd is. Er is een ontwerp met allerlei stadia aan voorafgegaan: van moodboards tot aan 3D-ontwerpen. De nieuwe stijl is nu industrieel en stoer. Ik vind het prachtig geworden, het is een verschil van dag en nacht met de oude winkel. Vanzelfsprekend blijven we wie we zijn. De klant mag niet het gevoel krijgen dat de chiquere uitstraling gevolgen heeft voor de collectie en de prijzen.”

Wat is er precies veranderd?

“De look & feel is stoerder, strakker. Van veel hout in het interieur hebben we gekozen voor industriële rekken en een fotoprint van een oude muur. Een meubelmaker heeft een grote, zwarte kast voor achter de toonbank gemaakt en de babyhoek zit op een betere plek. Mijn verkoopfocus ligt bij tieners, zij willen niet geconfronteerd worden met baby-artikelen. Daarom loopt er een catwalk door de winkel met grote poppen waarmee we een goede scheiding tussen de verschillende afdelingen creëren. Er is minder kleur, grijs en zwart zijn nu belangrijke kleuren. Cooljay blijft een kinderwinkel, maar wel met een stoere uitstraling. Doordat het verlaagde plafond is verwijderd, voelt het bovendien veel ruimtelijker aan. En ik heb minder voorraad in de winkel. Dat laatste is mogelijk omdat ik heel duidelijk kies voor leveranciers die sneller van collecties wisselen en beter inspelen op de seizoenen.”

Wat zijn dat voor leveranciers?

“Bestseller is daar een goed voorbeeld van, zij leveren artikelen op het goede moment. Tijdens deze warme zomerdagen heb ik bijvoorbeeld korte mouwen nodig, geen sweaters. Bestseller snapt dat en komt niet met winterjassen aanzetten in juli. Ik heb liever wat minder leveranciers waarmee ik goed zaken kan doen, dan veel leveranciers die je vooral vergeten als partner te zien.”

De kindermodebranche heeft betere tijden gekend, waarom dan zo’n grootscheepse verbouwing?

“Wij draaien best goed. Maar als je door wilt blijven gaan met de fysieke winkel – wat ik graag wil – moet je meegaan met de tijd. De tijden en de mode veranderen. Waar het vroeger vooral naar binnen gekeerd was, moet je nu vooral duidelijk laten zien dat je er zit en waarvoor je staat. Ik geloof erin dat je met een vernieuwde winkel meer en gerichter klanten kunt trekken. Dat zie ik om me heen gebeuren, daarbij komt dat ons hele winkelcentrum wordt vernieuwd en dit een mooi moment is voor een upgrade.”

Wat maakt een goede retailer?

“Retailers die nadenken. Niet alleen over de doorverkoop, maar ook over hoe je daar geld aan overhoudt. Degenen die creatief proberen te blijven, in gesprek gaan met leveranciers, hun verkooppersoneel trainen en zelf met de tijd meegaan, die zullen overleven. Wij zijn onder andere aangesloten bij Inretail, Euretco en het bestuur van het winkelcentrum hier, ik denk mee en ik luister naar alles om me heen. Een paar keer per jaar spreek ik af met collega’s die inmiddels vriendinnen zijn geworden. We zijn geen concurrenten want we weten dat we samen sterker staan. Zowel ik als mijn personeel blijven actief, want je moet het samen doen. Je hoort veel gemopper en negativiteit in de kindermodebranche, maar niet iedereen besluit iets te doen. Volgens mij moet je daarom aangesloten zijn bij instanties zoals Inretail en Euretco, daardoor bereik je meer. Samen moeten we vechten voor onze toko. Maar ondanks dit alles blijft het runnen van een kindermodewinkel het leukste werk wat er is. Anders was ik er nooit mee doorgegaan.”

Wat is het grootse probleem op het moment?

“Onder andere leveranciers met een eigen webshop. Dat is echt een groot probleem. Zij gooien hun collecties soms in de uitverkoop nog voordat retailers een uitverkoop houden. Of zogenaamde uitverkoop van samples, waarbij leveranciers gewoon het restant van de huidige jaargang rechtstreeks proberen te verkopen. Gelukkig zie je dat met de nodige inspanning middels ketenoverleg, waarbij Inretail, Euretco, acht grote leveranciers en vijf winkels zijn aangesloten, dit langzamerhand veranderen. Het moet anders en dat beseft zo langzamerhand iedereen. We hebben elkaar nodig en moeten de handen ineenslaan. Dat heeft tijd nodig maar ik zie al iets van vooruitgang op dat gebied. Ik geloof er heilig in dat, als je als retailer volhoudt, je in de toekomst de vruchten kunt plukken.”