Op 1 januari 2023 waren er in Nederland 82,1 duizend fysieke winkelvestigingen, wat neerkomt op een afname van 1,6 duizend winkels ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit is de grootste daling sinds het begin van de coronapandemie. Uit voorlopige cijfers van het CBS blijkt dat vooral het aantal winkels in schoenen en lederwaren is gedaald, terwijl het aantal winkels in overige voedingsmiddelen juist is gestegen.

Het aantal winkels in Nederland nam in 2021 nog toe tot 83,8 duizend, maar deze toename lijkt eenmalig te zijn geweest. De nieuwste cijfers passen binnen de dalende trend die sinds 2010 is ingezet. Voor het eerst zijn er in Nederland meer webwinkels (84,1 duizend) dan fysieke winkels (82,1 duizend). Het totaal aantal webwinkels is gestegen, zij het minder snel dan tijdens de pandemie, namelijk met 4,1 procent.

Kledingwinkels zijn de meest voorkomende fysieke winkels met 13,3 duizend vestigingen, maar het aandeel kledingwinkels is licht gedaald tot 16,2 procent. Winkels in overige huishoudartikelen en supermarkten volgen met respectievelijk 6,5 duizend en 6,4 duizend vestigingen. De meeste webwinkels verkopen kleding en mode (19,3 duizend) en huis- en tuinartikelen (15,3 duizend). Winkels in schoenen en lederwaren (-7,9 procent), wit- en bruingoed (-7,6 procent), en audio- en video-opnamen (-7,5 procent) zijn het vaakst verdwenen in vergelijking met het voorgaande jaar.