Na een aantal weken proefdraaien opende de duurzame kinderwinkel RecycleKid onlangs officieel de deuren. Bengels sprak met oprichter Marije Douma.

Je bent ongeveer een maand open, hoe gaat het?

“Dat wisselt per dag, maar over het algemeen ben ik heel tevreden. Klanten reageren goed en leuk. Er is nu eindelijk een kinderwinkel in hun stadsdeel waar ze tweedehands kunnen kopen, en waar ze hun spullen naartoe kunnen brengen. Daarvoor moesten ze eerst het centrum in, dat hoeft dus niet meer.”

Hoe ziet de winkel eruit?

“Het winkeloppervlakte is 40 vierkante meter en opgedeeld in een meisjes- en jongensafdeling. Het interieur is heel fris en wit gekleurd. Klanten verbazen zich vaak dat het een tweedehands concept is.”

Wat is er zo duurzaam aan RecycleKid?

“Ik vind duurzaamheid zelf ontzettend belangrijk en koop veel tweedehands voor mijn kinderen. In RecycleKids heb ik geprobeerd om minstens zo duurzaam te werken. Het interieur is geupcycled: het bestaat uit deuren uit woningen in de buurt, die moesten gerenoveerd worden. Het nieuwe speelgoed is gemaakt van gerecyclede materialen en het kledingaanbod is tweedehands.”

Hoe kom je aan je assortiment?

“Klanten leveren kleding en speelgoed in, wanneer ik het verkoop krijgen ze 40 procent van de verkoopprijs. Dagelijks krijg ik spullen aangeboden, ik kies uit of dit in de winkel past. Op die manier houd ik een gevarieerd aanbod.”

Welke nieuwe merken verkoop je?

“Onder andere Londji: een Spaans merk dat puzzels van gerecycled karton produceert. Greentoys is een Amerikaans speelgoedmerk dat plastic melkflessen als basismateriaal heeft voor hun speelgoed. Het Nederlandse label Studio Roof maakt onder andere knuffels, poppenhuisje en kaarten van gereycled karton. Maison Indigo maakt knuffels van gerecylced denim.”

Heb je al toekomstplannen gemaakt voor RecycleKid?

“Een vriendin van me heeft een restpartij leer over: daarvan willen we zelf leren babyslofjes produceren. Daar zijn we nu mee bezig. Uiteindelijk wil ik nog meer producten ontwikkelen onder de naam RecycleKids, het liefst in samenwerking met anderen die al iets doen op dat gebied. Mensen met de nodige kennis, restmaterialen en contacten. Op die manier hoop ik de krachten te kunnen bundelen.”